Vrouwenquotum: prima regel of slaan we de plank mis?
Ruim 10 jaar hebben het Europees parlement en de lidstaten gediscussieerd over het wel of niet invoeren van een vrouwenquotum. Het lijkt nu alsof ze eruit zijn en vermoedelijk treedt deze Europese wetgeving per 2024 in werking.
In Nederland liepen we al iets voor: sinds begin dit jaar zijn grote bedrijven verplicht om meer vrouwen in de top te benoemen (zie ons eerdere artikel Verplicht meer vrouwen in de top door wetsvoorstel vrouwenquotum). Qua wetgeving gaat er voor Nederland niet veel veranderen. Tenminste in theorie niet. In praktijk is er nog genoeg te doen.
Hoe staan we ervoor?
Er zijn Europese landen waar het percentage vrouwen in topfuncties hoger is dan bij ons, zoals in Frankrijk en Zweden. Er zijn ook landen waar veel minder vrouwen in de top te vinden zijn, zoals Estland en Cyprus.
In Nederland is het vanaf dit jaar zo, dat beursgenoteerde bedrijven bij het aanstellen van een nieuwe commissaris erop moeten letten dat één op de drie commissarissen vrouw is. Daarnaast moeten de 5.000 grootste ondernemingen van ons land streefcijfers opstellen om de verhouding man-vrouw in het bestuur en in de subtop in balans te brengen. Volgens cijfers uit 2021 bestaan de Raden van Commissaris in Nederland voor 38,7% uit vrouwen. In het bestuur is dit percentage een stuk lager: 18,5% is vrouw.
Persoonlijk ben ik helemaal vóór gelijke behandeling, maar draagt een wettelijk vrouwenquotum daaraan bij?
Logisch gevolg
Besturen bestaan vaak uit oudere mannen. De oorzaak hiervan is voor de hand liggend: met de jaren groeit de kennis en enkele tientallen jaren geleden was het ‘normaal’ dat vrouwen direct na het krijgen van kinderen stopten met werken. Zij hadden dus niet de kans om hun kennis dusdanig te vergroten om als bestuurder te kunnen functioneren. Mannen konden dat wel: zij bleven werken, hun kennis en ervaring nam toe. Een logisch gevolg dan ook dat besturen veelal gevuld werden met oudere mannen.
Maar tijden veranderen, gelukkig! Al aardig wat jaren kunnen ook vrouwen blijven werken en hun kennis uitbreiden. In mijn ogen is het dan ook logisch dat Raden van Commissaris en besturen meer balans gaan krijgen tussen mannen en vrouwen. Niet zozeer omdat het wettelijk moet, maar simpelweg omdat er nu steeds meer gekwalificeerde vrouwen zijn én er nog meer gaan komen.
Vrouwen kijken vaak anders naar zaken dan mannen, een juiste mix is dus sowieso in iedere organisatie gewenst.
Regels en handhaving
In het jaarverslag van een grote onderneming moet het vrouwenquotum benoemd worden: hoe is de situatie nu en wat is je plan van aanpak. Wetgeving zegt nu dat als je twee gelijke kandidaten voor een topfunctie hebt, je moet kiezen voor de vrouw. Maar, voel je je als vrouw gewaardeerd als je aangenomen wordt ‘omdat je een vrouw bent’? Je wilt toch juist gewaardeerd worden om wat je kunt?
Daarnaast vraag ik me af: hoe is hierop te handhaven? Kandidaten zijn nooit exact gelijkwaardig. Ik verwacht dan ook dat het belangrijkste doel van deze wetgeving bewustwording is. Dat we stoppen met vooroordelen, hokjes en stempels, dat we open minded naar kandidaten kijken, iedereen dezelfde kansen geven en de juiste persoon voor de functie kiezen.
De juiste persoon voor de functie
Ik zie bij ondernemingen slechts één wens als het gaat om het opvullen van vacatures: zij willen de juiste persoon, met de benodigde kennis en passende vaardigheden. Geslacht is helemaal niet belangrijk, als de medewerker of bestuurder maar aansluit bij de vacature. Nu, met het vrouwenquotum, wordt het geslacht ineens wél belangrijk. Vreemd eigenlijk. We zijn allemaal tégen discriminatie en vóór gelijke behandeling, maar met deze wet maken we ineens verschil tussen de behandeling van verschillende sekse.
Ik begrijp echt wel dat het tijd is om een statement te maken. Het is niet oké om vrouwen minder te betalen voor eenzelfde functie. En het is ook zeker niet oké als je minder carrièrekansen krijgt omdat je een vrouw bent.
Ik zie deze nieuwe wet meer als een opstapje naar totale gelijkwaardigheid en het creëren van bewustwording. In mijn ogen maakt het namelijk niet uit of je man of vrouw bent, 30 jaar jong of 60 jaar oud bent. En waar je in gelooft of wat je huidskleur is, doet er ook niet toe. Er is maar één vraag die iedere werkgever zich moet stellen bij het aannemen van een medewerker, ongeachte de functie: is dit, in het belang van mijn organisatie, de best passende kandidaat? Kun je deze vraag met een volmondig ‘ja’ beantwoorden, dan is deze persoon jouw nieuwe collega. En of het dan een man of vrouw is, is helemaal niet van belang.
Een kleine stap in een groter geheel
Met het vrouwenquotum zetten we dus wederom een stapje in een groter geheel. Wat ik daarnaast alle vrouwen die een carrièrewens hebben mee wil geven: focus op jezelf, kom op voor je eigen belangen en praat voor jezelf. Mannen doen dit vaak eerder dan vrouwen, vaak zijn vrouwen nog te bescheiden, maar we mogen best wat assertiever worden. Zie je een kans? Grijp hem met twee handen en ga ervoor!
Alice Peters – Vroom MSc RA, Manager RA
t 06 8237 2641
e alicepeters@stolwijkphilipsen.nl
Bronnen: NOS, Rijksoverheid