Belangenverstrengeling in de vernieuwde Governance Code Zorg
De Governance Code zorg is met ingang van 2022 vernieuwd. Eén van de voornaamste wijzigingen betreft belangenverstrengeling. Een onderwerp dat zowel het bestuur van de (zorg)organisatie en het toezichthoudend orgaan raakt.
Aanleiding voor de wijziging in de Governance Code Zorg (hierna: code) was o.a. de intreding van de Wtza. De code geldt voor alle leden van brancheorganisaties die zijn aangesloten bij Brancheorganisaties Zorg, maar ook niet-leden van brancheorganisaties hebben met de code te maken omdat het naleven van de code regelmatig als eis wordt gesteld door zorgkantoren, gemeenten en zorgverzekeraars. De NZa ziet de code als ‘veldnorm’ voor goed bestuur en toezicht.
Hieronder zetten we de belangrijkste punten ten aanzien van belangenverstrengeling volgens de nieuwe code uiteen.
Wil je meer informatie of wil je weten wat de gewijzigde code voor jouw organisatie betekent, neem dan contact op met onze adviseurs: Gert Bouwhuis en Jan Willem van Zoomeren
Eén van de vereisten voor de toezichthouder onder de Wtza is dat zij onafhankelijk hun taak uitvoeren. Dit betekent dat er geen belangenverstrengeling is tussen de leden van het toezichthoudend orgaan en de organisatie. Volgens de (vernieuwde) code is belangenverstrengeling ongewenst wanneer: “de verschillende belangen, posities of (neven)functies een zodanige invloed op elkaar hebben dat de onafhankelijkheid, objectiviteit of integriteit van een bestuurder of toezichthouder met betrekking tot een belangenafweging dusdanig in het geding komt dat de organisatie kan worden benadeeld en vertrouwen of legitimiteit verliest”.
Het gaat dan bijvoorbeeld om het in concurrentie treden met de zorgorganisatie, bevoordeling van persoonlijke relaties, zakelijke kansen voor de organisatie aanwenden voor persoonlijk voordeel of het verrichten van betaalde werkzaamheden voor de zorgorganisatie die niet tot de functie behoren.
Transacties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurders of toezichthouders spelen, worden onder marktconforme voorwaarden aangegaan, behoeven de voorafgaande goedkeuring van Het toezichthoudend orgaan en worden gepubliceerd in het jaarverslag.
Een lid van het toezichthoudend orgaan meldt, bij voorkeur voorafgaand aan het besluit daarover, iedere betaalde of onbetaalde (neven) functie die hij aangaat tijdens zijn lidmaatschap van Het toezichthoudend orgaan.
In de reglementen van het bestuur en het toezichthoudend orgaan worden (beheers) maatregelen vastgelegd om belangenverstrengeling in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren, om ongewenste belangenverstrengeling te voorkomen en de schijn hiervan te vermijden, en om te waarborgen dat op een zorgvuldige en transparante wijze met ongewenste belangenverstrengeling en de schijn hiervan wordt omgegaan.
Daarnaast beschik de zorgorganisatie over een schriftelijk vastgelegde regeling voor het handelen bij conflicten tussen het toezichthoudend orgaan en het bestuur.
Het toezichthoudend orgaan voert jaarlijks met elk van de leden van het bestuur een gesprek over diens functioneren. Buiten de aanwezigheid van het bestuur evalueert het toezichthoudend orgaan zijn eigen functioneren. Deze eigen evaluatie dient eens per drie jaar begeleid te worden door een onafhankelijke externe deskundige. De gesprekken worden in een verslag vastgelegd.