Loondoorbetaling bij zieke AOW-er naar 6 weken
Vanaf 1 april 2021 geldt er voor AOW-gerechtigden een termijn van zes weken van loondoorbetaling bij ziekte. Nu is dit nog dertien weken.
Voorwaarden steeds gunstiger
Sinds januari 2016 gelden er al gunstigere voorwaarden voor zieke medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Zo is destijds de loondoorbetalingsverplichting ingekort naar dertien weken. Per 1 april 2021 geldt er een loondoorbetalingsverplichting van zes weken bij ziekte. De termijn van zes weken geldt straks ook voor:
- het recht op een ZW-uitkering voor AOW-gerechtigden in een fictieve dienstbetrekking óf van wie de arbeidsovereenkomst eindigt op of vlak na de eerste dag van ongeschiktheid
- de re-integratieplicht bij ziekte
- het opzegverbod bij ziekte
Ook belangrijk om te weten
Op 1 april start de termijn van zes weken. Dit geldt ook voor AOW-gerechtigde medewerkers die op 1 april 2021 ziek zijn. Let wel, de totale termijn mag niet meer dan dertien weken bedragen.
Voor de medewerker met de AOW-gerechtigde leeftijd geldt:
- dat hij geen recht op een transitievergoeding heeft
- dat er een opzegtermijn bedraagt van een maand
- dat er een verplichting bestaat om deze medewerker als eerste te ontslaan bij een reorganisatie (tegenwoordig ook voor publieke sectoren).
Als werkgever ben je niet verplicht om het aantal werkuren op verzoek van de medewerker uit te breiden.
Verzekerd voor de Ziektewet
De medewerker blijft vanaf 1 januari 2016 verzekerd voor de Ziektewet, maar als werkgever hoef je geen premie te betalen. Wel moet je aangeven dat de medewerker verzekerd is voor de Ziektewet. Het UWV betaalt bij ziekte de Ziektewetuitkering uit en verhaalt deze op jou.