Maak je keuze

Schijnzelfstandigheid: duidelijke regels voor zelfstandigen

03 mei 2023

Er werken in Nederland ongeveer 8 miljoen medewerkers in dienstverband en ongeveer 1,1 miljoen mensen werken als zelfstandige. Dit blijkt uit een rapport van de Algemene Rekenkamer. Maar soms is een ingehuurde zelfstandige eigenlijk een medewerker. Dit wordt ‘schijnzelfstandigheid’ genoemd. De overheid wil daarom duidelijke regels. Zo weet een zelfstandige wanneer hij of zij eigenlijk een vaste baan zou moeten krijgen. En zo weet een werkgever wanneer deze risico loopt op boetes.

Er zijn nog meer redenen waarom het onderscheid tussen ‘werken in dienst van’ en ‘werken als ondernemer’ duidelijker moet worden:

  • Schijnzelfstandigheid zorgt voor oneerlijke concurrentie tussen bedrijven
  • Een schijnzelfstandige is minder goed beschermd tegen ontslag, arbeidsongeschiktheid of ziekte dan een medewerker met een dienstverband
  • De schatkist loopt belastinginkomsten mis die ze wel had moeten ontvangen, want werkgevers die een zelfstandige inhuren hoeven:
    • Geen loonbelasting en premies voor werknemersverzekeringen in te houden
    • Niet mee te betalen aan hun pensioen en betalen geen loon door bij vakantie en ziekte van de zelfstandige
  • Duidelijke regels maken het makkelijker voor de belastingdienst om te beoordelen of iemand een zelfstandige of eigenlijk een vaste medewerker is

Daarom werkt de overheid nu aan een wetsvoorstel met deze onderwerpen:


Het kan gebeuren dat de ingehuurde zelfstandige vindt dat hij eigenlijk een medewerker in dienst is. Volgens de nieuwe regels moet de werkgever dan bewijzen dat dit niet zo is. Het moet daarom duidelijk zijn voor de werkgever én de zelfstandige of er sprake is van een zzp’er of van een medewerker. Dit voorkomt dat de Belastingdienst achteraf belasting en premies gaat innen bij de werkgever. Die belasting en premies kunnen zelfs nog verhoogd worden met een boete.

Alle partijen vinden het nu lastig om te weten wanneer er sprake is van een zelfstandige die toch eigenlijk een medewerker is. Dat kan voor elk geval weer anders zijn. Als je als werkgever de inhoud van het werk en de werkuren van de zelfstandige bepaalt, dan kan de zelfstandige soms toch als medewerker met een dienstverband worden beschouwd. Bekijk in die gevallen of het terecht is dat je geen loonheffing inhoudt. Een laagbetaalde bezorger kan een schijnzelfstandige zijn, maar ook de hoogbetaalde consultant die een lange opdracht als interim manager heeft.

Het is de bedoeling dat er voor 1 januari 2025 duidelijkere regels zijn, vooral in het arbeidsrecht. Zo loop je als werkgever minder risico op naheffingen en boetes.

De overheid vindt dat door fiscale en financiële voordelen nu (te) vaak een zelfstandige wordt ingehuurd. Daarom wil zij de verschillen tussen een medewerker in vaste dienst en een zelfstandige kleiner maken. Dit kan door beide groepen fiscaal meer hetzelfde te behandelen. Een eerste maatregel is al aangekondigd in het Belastingplan 2023: de zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd vanaf 2023. De aftrek gaat van € 6.310,- in 2022 naar € 1.200,- in 2026 en uiteindelijk € 900,- in 2030. Zo is er straks meer gelijkheid op de werkvloer als het gaat over salaris.

Werken met zelfstandigen wordt zo minder aantrekkelijk voor werkgevers. Zelfstandigen kunnen een hoger uurloon gaan vragen doordat zij minder voordeel hebben van de zelfstandigenaftrek. Dit zorgt er weer voor dat er minder concurrentie is tussen bedrijven die werken met zzp’ers en bedrijven die meer vaste medewerkers in dienst hebben.

Er wordt nagedacht hoe zelfstandigen een beter pensioen kunnen opbouwen. Bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat zelfstandigen zich vrijwillig kunnen aansluiten bij pensioenregelingen. Ook komt er op de lange termijn een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Dan zijn alle werkenden in Nederland beschermd tegen arbeidsongeschiktheid. Het is nog niet bekend hoe dit er precies uit komt te zien.

De Belastingdienst heeft nu te weinig mogelijkheden om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Dat komt omdat de Belastingdienst sinds 2016 geen naheffing of een boete mag opleggen als een werkgever onterecht een zelfstandige inhuurt. Dit heet het Handhavingsmoratorium. In de toekomst gaat de Belastingdienst weer beter controleren.

Per 1 januari 2025 kan de Belastingdienst waarschijnlijk weer een naheffing of boete opleggen aan werkgevers. Totdat dit zo ver is wil de Belastingdienst actief samenwerken en hulp bieden aan partijen die hun fiscale en sociale verplichtingen willen nakomen. Er komen webinars en kennissessies om meer handvatten te krijgen over hoe je zelfstandigen op een goede manier kunt inhuren. Ook wordt gedacht aan het instellen van een keurmerk als een branche of sector zelf procedures ontwikkelt om het inhuren van zelfstandigen goed te regelen.

In deze gevallen is de kans op schijnzelfstandigheid groot:

  • Als je als werkgever voor langere tijd de enige opdrachtgever van een zelfstandige bent
  • Als de zelfstandige voor zijn inkomen afhankelijk is van jouw organisatie
  • Als je als werkgever de inhoud van het werk en de werkuren bepaalt van een zelfstandige

Voorbeeld: Een bedrijf huurt vanwege drukte voor de financiële afdeling tijdelijk een extra boekhouder in. De manager van de financiële afdeling bepaalt wat deze ingehuurde boekhouder moet doen. En hoe hij dat moet doen. In dit geval is er duidelijk sprake van een gezagsverhouding. De boekhouder in dit voorbeeld is een schijnzelfstandige, omdat de werkgever de inhoud van het werk bepaalt.

Bron: Accountancy Vanmorgen


Delen via Social Media