Wijziging Aof premie vanaf 2022
Vanaf 2022 is er sprake van een gedifferentieerde Aof-premie (WAO/WIA-basispremie), met een lagere premie voor kleine werkgevers en een hogere premie voor (middel)grote werkgevers. We delen de belangrijkste punten met je.
Twee categorieën
De premiedifferentiatie voor het Aof werkt als volgt: de werkgevers worden onderscheiden in twee categorieën:
- Kleine werkgevers, met een loonsom tot en met 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per medewerker per jaar;
- Middelgrote en grote werkgevers, met een loonsom groter dan 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per medewerker per jaar.
De indeling naar grootte van de werkgever voor een kalenderjaar wordt gemaakt op basis van het totaal van het premieplichtige loon van de werkgever twee jaar eerder.
Aof-premie
Per saldo betekent dit dat:
- De Aof-premie voor kleine werkgevers met ongeveer 1,0%-punt daalt.
- De Aof-premie voor (middel)grote werkgevers stijgt met ca. 0,1%-punt.
Het verschil in premie tussen kleine en (middel)grote werkgevers bedraagt dus ongeveer 1,1%-punt.
Met deze lagere premie worden kleine werkgevers financieel tegemoet gekomen voor hun loondoorbetalingsverplichtingen bij ziekte.
Loonsomgrens / Financiële effecten Whk
In de premiesystematiek voor de Whk wordt op dit moment nog een andere grens gehanteerd tussen kleine en middelgrote werkgevers. Met een wijzigingsbesluit is deze grens aangepast om ervoor te zorgen dat de definitie van kleine werkgevers voor de gedifferentieerde premie voor de Whk en Aof gelijk is.
De loonsomgrens Whk tussen kleine en middelgrote werkgevers ligt vanaf 2022 op 25 maal het gemiddelde loon per medewerker. Tot en met 2021 lag deze grens op 10 maal het gemiddelde loon per medewerker. Door het verhogen van de grens tussen kleine en middelgrote werkgevers van 10 naar 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per medewerker per jaar, worden werkgevers met een premieplichtige loonsom tot en met 100 maal het gemiddelde premieplichtige loon in mindere mate individueel belast voor de WGA-lasten (en ZW-lasten) van hun (ex-)medewerkers.
De verwachting is dat dit in beperkte mate leidt tot minder inspanningen van (kleine en deels middelgrote) werkgevers om arbeidsongeschiktheid te voorkomen en te beperken. De extra WGA-lasten die dit tot gevolg heeft zijn naar verwachting beperkt.
Bron: Salaris Vanmorgen