Capaciteitentest oefenen
Hoe oefen je een capaciteitentest / intelligentietest?
Bij het oefenen van je Assessment gaat het vooral om intelligentietesten. De kans is klein dat je exact dezelfde test krijgt bij een echt assessment. Het is daarom belangrijker te leren hoe je de test aanpakt, dan een specifieke test te leren of veel testen te maken. Wil je graag een capaciteitentest oefenen? We geven hieronder enkele voorbeelden:
Capaciteitentest oefening met figurenreeksen
Een veelgebruikte capaciteitentest oefening is Figurenreeksen. De bedoeling is dat in een serie abstracte figuren een overeenkomst ontdekt of een volgorde. We laten enkele oefenvragen zien om het soort achterliggende redeneringen te bespreken.
Uit de onderste figuren moet je één selecteren die bij de bovenste rij past. Zie je het? Het juiste antwoord is A, het linker plaatje. De redenering is dat er steeds een cirkel bij komt. Dus 1 cirkel, 2 cirkels, 3 cirkels, 4 cirkels en het goede antwoord moet dan 5 cirkels bevatten. De vierkantjes dienen ervoor je af te leiden. Denk dus niet te moeilijk. De plaatsing van de cirkels is blijkbaar niet van belang.
Nog een mooi voorbeeld:
Welke van de onderste vier plaatjes hoort bij de bovenste vier? Je aandacht richt zich als automatisch naar de voorgrond: de cirkel, vierkant en driehoek. Maar dat is niet het enige wat belangrijk is. Kijk eens naar de achtergrond. Zie je het? Het gaat om het grid van punten: die bestaat uit vier bij vier punten. Twee antwoorden vallen dan direct af. Blijven over B en D. Dan wordt het direct duidelijk, ieder plaatje heeft een cirkel, vierkant en driehoek. Dus B is het goede antwoord. Ook hier kun je de mist ingaan door te proberen een logica te ontdekken in de beweging van de elementen door het grid heen. Maar daar gaat het dus niet om. Bij een tijdsgebonden test kun je je daar behoorlijk op verkijken dus.
Verder valt op dat hier geen sprake is van een reeks, een volgorde. Bij het eerste plaatje is er wel sprake van een volgorde (van links naar rechts een cirkel erbij), bij het tweede voorbeeld gaat het om de samenhang en is de volgorde irrelevant.
Een laatste voorbeeld:
Welke van de onderste rij hoort bij de bovenste rij? Eerst valt je in de bovenste rij waarschijnlijk op dat ze allemaal één vette streep hebben. Helaas hebben meer antwoorden ook één vette streep. Dat kan het niet zijn. Vervolgens ga je misschien het aantal lijnen tellen. De meeste hebben 3 lijnen (2 gewoon, 1 vet) alleen de derde in de vraag heeft 2 lijnen. Da’s dus ook niet goed. Ga dan niet verder staren naar de lijnen, die zich aan je opdringen. Het antwoord zit verborgen in het aantal vlakken wat ontstaat. Dat zijn er drie of zes. Dan is direct duidelijk wat het goede antwoord is. En die lijkt op het eerste gezicht helemaal niet op één van de bovenste vier.
Capaciteitentest oefenen met cijferreeksen
Cijferreeksen is een eveneens een veelgebruikte intelligentietest. Een echte hersenkraker. Uit een reeks getallen moet je de volgende kiezen, bijvoorbeeld:
1 – 4 – 9 – 16 – ?
Op de plaats van het vraagteken moet dan 25 staan. Deze reeks komt veel voor als voorbeeld. Je neemt steeds het kwadraat, dus 1 x 1, dan 2 x 2, 3 x 3 enzovoorts.
1 – 1 – 2 – 4 – 7 – ?
Bij deze reeks wordt er steeds een hoger getal toegevoegd. Dus eerst komt er 0 bij, dan 1, dan 2 en dan 3 enzovoorts. Wat noteer je dan bij het vraagteken?
Dit zijn de eenvoudigere reeksen. Moeilijker wordt het wanneer er afwisselend opgeteld, vermenigvuldigd en afgetrokken wordt met een bepaald getal, zoals hier: 3 – 5 – 10 – 8 – 10 – ? Krijg je het al warm? Het antwoord is 20. Begrijp je waarom? Eerst 2 erbij, dan met 2 vermenigvuldigen, dan 2 eraf. En dan begin je weer opnieuw, met 2 erbij enz. Dus de laatste 10 gaat weer keer 2.
Tenslotte zijn er nog reeksen waarbij telkens een getal wordt overgeslagen: 1 – 3 – 2 – 6 – 4 – 9 – 8 – 12 – ?
Het antwoord is dan 16. We gaan van 1 naar 2 naar 4 naar 8, het verdubbeld steeds. De tussenliggende getallen vormen een aparte reeks om je af te leiden. Bij deze reeks tel je er telkens 3 bij op. Echt instinkers dus! Je herkent ze soms omdat er dan meer getallen moeten staan.
Wanneer je oefent, probeer vooral te begrijpen wat de achterliggende logica is. Dan herken je sneller hoe een vraag in elkaar steekt en zul je op alle soorten cijferreeksen testen laten zien wat je werkelijk kunt.
Oefentesten zijn niet gelijk aan de echte capaciteitentesten
Oefentesten zijn vaak makkelijker dan de ‘echte’ testen. De tijdsdruk is vaak hoger omdat oefentesten vaak niet aan tijd gebonden zijn. Ook de normgroep is vaak strenger. Oefensites hebben jou als klant (met hun reclame) en die willen je een goed gevoel geven. Dus verkijk je niet op de oefentesten. Als je daar goed scoort wil dat nog niet zeggen dat je bij een echte test ook goed presteert.
Oefensite:
Wil je nog een capaciteitentest oefenen? Bezoek dan de onderstaande website.