Nieuw loonkostenvoordeel voor lage lonen
Vanaf 2017 krijgen werkgevers die medewerkers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijke minimumloon (WML), een nieuwe tegemoetkoming: het lage-inkomensvoordeel (LIV). Voor de LIV gelden de volgende voorwaarden:
- Het gemiddelde uurloon van de medewerker bedraagt minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor iemand van 23 jaar of ouder.
- Er is sprake van een substantiële baan (minimaal 1248 verloonde uren per kalenderjaar).
- De medewerker heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Wat betreft de verloonde uren gaat het om alle uitbetaalde uren, dus ook uren waarvoor niet gewerkt wordt. Denk aan betaald verlof, ziekte, overwerk en uitbetaalde verlofuren.
Tip:
Ga na voor welke medewerkers u op grond van het uurloon het loonkostenvoordeel zou kunnen ontvangen. Ga vervolgens na of zij het minimaal vereiste aantal uren werken. Zitten ze net onder de grens, dan kan het lonend zijn het aantal uren te verhogen. Zelfs als u uw medewerker extra betaald verlof zou geven, tellen de uren mee en kunt u het loonkostenvoordeel wellicht toch binnenhalen.
Het LIV is ook van toepassing op medewerkers jonger dan 23. Zij moeten dan echter wel een gemiddeld uurloon hebben van minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor iemand van 23 jaar of ouder.
Tip:
U hoeft geen apart verzoek te doen voor het LIV. Het LIV wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de in uw loonaangifte aanwezige gegevens.
Het LIV wordt vormgegeven als een vast bedrag per verloond uur met een vast bedrag als jaarmaximum, volgens de volgende tabel.
Hoogte loon | Gemiddelde uurloon 100% tot 110% van het WML | Gemiddelde uurloon 110% tot 125% van het WML |
Vast bedrag per verloond uur | € 1,01 per uur | € 0,51 per uur |
Maximale hoogte LIV | € 2.000 per jaar | € 1.000 per jaar |
Voor de tegemoetkoming is het van belang dat u het uurloon binnen de marges houdt.
Tip:
Voor jongeren die minder dan 100% WML verdienen, kan het voordelig zijn het loon te verhogen tot binnen de marge. Voor medewerkers met een uurloon rond 110% respectievelijk 125% WML is het juist van belang dat ze niet boven de marge komen.
Tip:
Is het uurloon te hoog, dan kunt u in plaats van loon wellicht gebruikmaken van alternatieven. Denk daarbij aan onbelaste kostenvergoedingen en het onderbrengen van belast loon in de werkkostenregeling. Dit loon telt namelijk niet mee voor de bepaling van het LIV.
Let op!
Het LIV geldt al vanaf 2017, maar wordt uiteindelijk pas na 1 augustus 2018 aan de werkgever uitgekeerd. Houd er dus rekening mee dat u het loonkostenvoordeel 2017 pas in de tweede helft van 2018 daadwerkelijk ontvangt.
Nieuw loonkostenvoordeel voor jongeren
Werkgevers die vanaf 1 januari 2018 jongere medewerkers in dienst hebben, kunnen jeugd-LIV krijgen. Het minimumjeugdloon voor 18- tot en met 21-jarigen is sinds 1 juli 2017 flink verhoogd. Ter compensatie wordt per 1 januari 2018 het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor deze leeftijdscategorie ingevoerd. Een werkgever heeft dan, als aan de voorwaarden is voldaan, per medewerker recht op een tegemoetkoming per uur. Het voordeel kan in 2018 oplopen tot € 3.286,40 per medewerker per jaar.
Benut ook overige nieuwe loonkostenvoordelen
Het loonkostenvoordeel (LKV) is een nieuwe regeling die ingaat op 1 januari 2018. Het is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die oudere medewerkers en medewerkers met een arbeidsbeperking vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen of houden. Het LKV vervangt de premiekortingen voor arbeidsbeperkte en oudere medewerkers. Om het LKV te ontvangen, heeft u een kopie van de doelgroepverklaring LKV van uw medewerker nodig. De korting kan oplopen tot € 6.000 per medewerker per jaar.
Wanneer u hierover nog vragen heeft of wanneer wij u van dienst kunnen zijn bij het inventariseren van de mogelijkheden, kunt u uiteraard contact met ons opnemen.