Ondernemers en rechtspersonen; dga zwaarder belast
Prinsjesdag 2014 – In dit artikel vindt u alle veranderingen voor de ondernemers en rechtspersonen, naar aanleiding van Prinsjesdag 2014. Centraal hierbij staat de zwaarder belaste directeur-grootaandeelhouder.
1. Box 2-tarief
Het tarief in box 2 over het inkomen uit een aanmerkelijk belang is in 2015 weer 25%. In 2014 is dat tarief tijdelijk verlaagd van 25% naar 22% over een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van maximaal € 250.000 (met fiscaal partner maximaal € 500.000).
Let op! Voor een dividenduitkering of terugbetaling van kapitaal moet de bv voldoende ruimte hebben. Keer daarom niet zomaar dividend uit, voer een uitkeringstoets uit en bekijk of het tijdelijke tariefsvoordeel van 3% voor dit jaar opweegt tegen de heffing in box 3 over het uitgekeerde vermogen.
2. Aanpassing gebruikelijkloonregeling
Werkt u bij een bv waarin u een aanmerkelijk belang heeft (ten minste 5%)? Dan moet uw loon gebruikelijk zijn. Deze gebruikelijkloonregeling wordt flink aangepast, lees: verzwaard.
Doelmatigheidsmarge wordt 25%
De speelruimte waarbinnen u uw loon mag vaststellen, wordt verkleind. Deze doelmatigheidsmarge wordt verlaagd van 30 naar 25%. De marge mag alleen worden toegepast boven een loon van € 44.000 (gebruikelijk loon 2014).
Meest vergelijkbare dienstbetrekkingen
Vanaf 2015 moet u uw loon vergelijken met het loon in de meest vergelijkbare dienstbetrekkingen. Het criterium ʹsoortgelijke dienstbetrekkingenʹ geeft de Belastingdienst niet de mogelijkheid om te corrigeren als er geen soortgelijke dienstbetrekkingen zijn. Sommige beroepen worden namelijk niet in loondienst uitgevoerd, zoals orthodontisten. Een meest vergelijkbare dienstbetrekking is er altijd.
Groep verbonden lichamen uitgebreid
Uw loon mag niet lager zijn dan het hoogste loon van werknemers werkzaam bij uw bv of werknemers werkzaam bij lichamen verbonden met uw bv. Verbonden lichamen zijn lichamen waarin uw bv ten minste een derde belang heeft en (vanaf 2015) deelnemingen waaruit de bv direct of indirect met toepassing van de deelnemingsvrijstelling voordelen kan genieten.
Gebruikelijk loon 2015: 75/70e van het loon in 2013
In verband met de aanpassing van de gebruikelijkloonregeling zijn bestaande afspraken die u met de Belastingdienst heeft gemaakt over de hoogte van uw loon, vanaf 2015 niet meer geldig. U krijgt de gelegenheid om nieuwe afspraken te maken. Als overgangsmaatregel dient u in 2015 uit te gaan van een gebruikelijk loon van 75/70e van het loon in 2013 als dat loon hoger was dan € 43.000 (gebruikelijk loon 2013). U, maar ook de Belastingdienst, mag hiervan afwijken als aannemelijk is dat het loon in 2015 dan niet gebruikelijk is.
Let op!
Vanaf 2015 moet de dga een loon ontvangen ter hoogte van het hoogste van de volgende bedragen:
a. 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
b. het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap of verbonden lichamen;
c. € 44.000. Tegenbewijs is uiteraard mogelijk.
Tip: Voorkom discussies over het gebruikelijk loon, stel als dga een marktconform loon vast en laat de Belastingdienst zich daarmee akkoord verklaren.
3. Zelfstandigenaftrek en ondernemersfaciliteiten (nog) overeind
Het kabinet onderzoekt al langer mogelijkheden voor beperking van de ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting. Vanaf 2015 zou het kabinet de zelfstandigenaftrek willen beperken. Maar nu een grote belastingwijziging uitblijft, is dat voornemen op de lange baan geschoven.
4. Einde aan fiscaal gunstige regeling gouden handdruk
Vanaf 1 januari 2015 komt er een einde aan de mogelijkheid om een stamrecht in één keer af te kopen tegen een korting van 20% van de stamrechtaanspraak (waarde economisch verkeer). Afkoop van een stamrecht blijft ook vanaf 1 januari 2015 mogelijk, maar dan moet u belasting betalen over de volledige stamrechtaanspraak in plaats van 80% ervan. Bij de afkoop bent u geen revisierente verschuldigd.
U mag uw stamrecht ook vervroegd in delen laten uitkeren tegen de waarde in het economisch verkeer. Een gedeeltelijke uitkering is wel volledig belast. De 20%-korting van dit jaar is hierop niet van toepassing. U bent geen revisierente verschuldigd.
Tip: Of afkoop in 2014 voor u fiscaal het gunstigst is, hangt af van uw persoonlijke situatie. Laat u goed voorlichten over de belastinggevolgen bij afkoop in 2014, na 2014 of bij ʹgewoonʹ gespreid uitkeren van het stamrecht.
5. Buitenlandse geldboetes niet meer aftrekbaar
Het onderscheid tussen de aftrekbaarheid van binnenlandse en buitenlandse geldboetes vervalt. Vanaf 1 januari 2015 zijn ook geldboetes opgelegd door een buitenlandse overheid niet aftrekbaar. De aftrekbeperking geldt voor strafrechtelijke boetes, schikkingen, tuchtrechtelijke boetes, bestuursrechtelijke boetes en verkeersboetes. Vrije vergoeding van geldboetes door de werkgever is niet mogelijk.
6. Btw-vrijstelling ook voor ziekenhuizen met winstoogmerk
De btw-vrijstelling voor intramurale (verpleging en verzorging van personen die zijn opgenomen in een ziekenhuis, verpleeg- of verzorgingsinstelling) wordt vanaf 1 januari 2015 ook van toepassing als de instelling winst beoogt. De instellingen die het aangaat, moeten voor die datum hun administratie en facturatie aanpassen en hun prijsstelling bezien in verband met het vervallen van het recht op btw-vooraftrek.
7. Banken gaan BSN vastleggen en aan Belastingdienst verstrekken
Vanaf 1 december 2013 is de eenbankrekeningmaatregel in werking getreden. De Belastingdienst betaalt teruggaven inkomstenbelasting en toeslagen vanaf die datum uit op één bankrekening die op naam staat van de rechthebbende zelf. Deze maatregel is gericht op bestrijding van (identiteits)fraude. Om de controle voor de Belastingdienst efficiënter en effectiever te maken, moeten banken meer informatie over bankrekeningen aan de Belastingdienst gaan verstrekken. U moet daarbij denken aan uw NAW-gegevens en uw geboortedatum, eventueel onder vermelding van uw burgerservicenummer. Banken krijgen de wettelijke bevoegdheid om burgerservicenummers in hun interne administratie te gebruiken.
8. Eenbankrekeningmaatregel niet meer voor teruggaven omzetbelasting
Voor teruggaven omzetbelasting vervalt de eenbankrekeningmaatregel. Wilt u als ondernemer uw btw-teruggaaf door de Belastingdienst laten uitbetalen op een rekeningnummer dat niet op uw naam staat, dan is dat mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan het rekeningnummer van een gelieerde vennootschap.
9. Vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven
Vanaf 1 januari 2015 zullen overheidsbedrijven die een onderneming drijven belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting. Er komen vrijstellingen voor academische ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en zeehavenbeheerders. De nieuwe regels zullen van toepassing zijn op boekjaren die starten op of na 1 januari 2016.
10. Belastingrente ook bij dividendbelasting
Vanaf 1 januari 2015 brengt de Belastingdienst op naheffingen dividendbelasting belastingrente in rekening. Bij teruggaven vergoedt de Belastingdienst belastingrente. Als tarief geldt het tarief van de wettelijke rente voor niet-handelstransacties, met als minimum 4%. De belastingrente wordt ook berekend bij naheffingen en terugbetalingen over een periode vóór 1 januari 2015.
11. Rentevergoeding bij onterechte heffing
Is er in strijd met het EU-recht belasting geheven en moet de Belastingdienst deze belasting teruggeven, dan heeft u vanaf 2015 recht op een ‘passende’ rentevergoeding. U moet hier wel expliciet om verzoeken. U mag ook een verzoek om rentevergoeding indienen wanneer u een teruggaafbeschikking heeft ontvangen, omdat in strijd met het EU-recht belasting is geheven en deze beschikking dateert van vóór 1 januari 2015. Let er wel op dat u het verzoek om rentevergoeding in dat geval doet binnen zes weken na 1 januari aanstaande.
12. WBSO alleen voor ondernemingen
De WBSO (afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk) is vanaf 1 januari 2015 alleen nog van toepassing als de inhoudingsplichtige een onderneming drijft. Het contractonderzoek door publieke kennisinstellingen wordt uit de WBSO gehaald. Grenzen, plafond en percentages blijven gelijk aan 2014.
- de bovengrens van de 1e schijf van de S&O-loonsom: € 250.000
- het percentage van de 1e schijf: 35%
- het percentage van de 1e schijf voor starters: 50%
- het percentage van de 2e schijf:14%
- het plafond voor de S&O-afdrachtvermindering: € 14 mln.
Tip: De bedragen voor de S&O-aftrek voor zelfstandigen, inclusief de extra aftrek voor zelfstandige starters, worden eind 2014 bekendgemaakt.
13. Research en Developmentaftrek mogelijk in 2016 geïntegreerd met WBSO
Bedrijven die S&O-werk doen, kunnen meestal ook gebruikmaken van de RDA (Research en Development Aftrek) die bedoeld is voor andere kosten dan loonkosten. De RDA blijft in 2015 60%. Het kabinet onderzoekt of de WBSO en de RDA in 2016 kunnen worden samengevoegd.
14. Heffingsplafond belastingheffing op leidingwater blijft van kracht
De verandering in de belasting op leidingwater die op 1 juli 2014 zou ingaan, wordt met terugwerkende kracht aangepast. Er blijft een heffingsplafond van 300 m³ en de degressieve tarievenstructuur wordt niet ingevoerd.
15. Ondernemers ook energiebelastingkorting voor lokaal opgewekte duurzame energie
Ondernemers kunnen een energiebelastingkorting krijgen voor lokaal opgewekte duurzame energie. De maatregel, die vanaf 1 januari 2014 geldt voor particulieren die via een coöperatie of vereniging van eigenaren op duurzame wijze energie opwekken voor eigen gebruik, staat vanaf 1 januari ook open voor ondernemers. Het aandeel van een ondernemer in de coöperatie of vereniging van eigenaren mag niet meer zijn dan 20%, om te voorkomen dat de energiebelastingkortingsmaatregel misbruikt wordt door energieondernemers.
16. Ook energiebelastingplicht voor leverancier achter de meter
Iedereen die anders dan via een aansluiting op het openbare distributienet energie levert, bijvoorbeeld achter de meter, wordt voor de energiebelasting belastingplichtig. Hierbij kan met name worden gedacht aan een situatie dat een bedrijf zonnepanelen op het dak van een huis of een school plaatst en de daarmee opgewekte elektriciteit aan de bewoner of de school levert.
17. Verhoging tarieven voor aardgas en elektriciteit
De tarieven voor aardgas en elektriciteit worden verhoogd. Het tarief voor aardgas wordt in de tweede schijf verhoogd met 2,27 cent naar 6,77 cent per m³ en in de derde schijf met 0,83 cent naar 2,47 cent. Het tarief voor elektriciteit wordt in de tweede schijf verhoogd met 0,34 cent naar 4,69 cent per kWh en in de derde schijf met 0,09 cent naar 1,25 cent. In 2017 worden de tariefsverhogingen weer gedeeltelijk teruggenomen.
18. Afkoop lijfrente bij langdurige arbeidsongeschiktheid
Vanaf 1 januari 2015 is het mogelijk om een lijfrente geheel of gedeeltelijk af te kopen als u langdurig arbeidsongeschikt bent. De uitkerende instantie houdt loonheffing in op de uitkering. Revisierente blijft achterwege. Er is wel een aantal voorwaarden. Zo moet sprake zijn van langdurige arbeidsongeschiktheid en u mag de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. De afkoopuitkering mag niet meer bedragen dan € 40.000 of, als het hoger is, het gemiddelde inkomen in de voorafgaande twee jaren.