Maak je keuze

Minder snel loonsanctie bij re-integratie inspanning

29 apr 2016

Bij re-integratie van een zieke werknemer bij een andere werkgever (re-integratie in het tweede spoor) loopt de huidige werkgever alsnog het risico op een loonsanctie als dit traject niet, of niet op het juiste moment, is ingezet.
Veel werkgevers ervaren de verplichting om een werknemer te re-integreren in het tweede spoor als belastend en zetten een dergelijk traject vaak enkel in om juist een loonsanctie te voorkomen. Daarom zijn er plannen om de regelgeving rondom een tweede spoortraject aan te passen.

Re-integratie

Heeft u als werkgever niet voldoende gedaan aan de re-integratie van uw zieke werknemer, dan kan UWV een loonsanctie opleggen. Een loonsanctie kan ook worden opgelegd bij re-integratie bij een andere werkgever. Dit is het geval wanneer een dergelijk tweede spoortraject niet, te laat of te vroeg wordt ingezet. Nieuwe regels moeten voorkomen dat bij een onjuiste inzetting van een tweede spoortraject een loonsanctie wordt opgelegd.

Nieuwe regels

Bij voldoende re-integratie inspanningen moet een werkgever erop kunnen vertrouwen dat hij niet alsnog de kans loopt op een loonsanctie. Daarom wordt de wijze waarop een tweede spoortraject wordt ingezet een keuze van de werkgever en zijn zieke werknemer op basis van het advies van de bedrijfsarts. Dit advies wordt door de werkgever en de werknemer vertaald in een plan van aanpak. UWV toetst vervolgens of het re-integratietraject is verlopen conform dit plan.

Werkgevers en werknemers kunnen uitgaan van het oordeel van de bedrijfsarts. Een (kleine) werkgever die het advies van de bedrijfsarts opvolgt, hangt geen risico op loonsanctie boven het hoofd.

Het duurt nog even voordat deze nieuwe regels ingaan. Hiervoor moet namelijk een wetsvoorstel worden ingediend. Hoe dit wetsvoorstel eruit gaat zien, wordt deze zomer duidelijk.

Let op! De maatregel ter voorkoming van een loonsanctie bij re-integratie in het tweede spoor is onderdeel van een omvangrijk pakket aan arbeidsmaatregelen dat op donderdag 21 april 2016 door het kabinet bekend is gemaakt.


Delen via Social Media