Wonen in Duitsland, pensioen uit Nederland: claim belastingverlaging!
Op 1 januari 2016 is het nieuwe belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en Duitsland in werking getreden.
Pensioengenieters wonend in Duitsland met bedrijfspensioen uit Nederland gaan er in de meeste gevallen (aanzienlijk) op achteruit. Voor het jaar 2016 kon worden geopteerd voor de overgangsregeling van het verdrag. Ik ga er van uit dat ieder heeft geopteerd, zodat het nadeel voor 2016 nog niet is opgetreden. Vanaf 2017 is de overgangsregeling niet meer van toepassing, zodat het nu zaak wordt actie te ondernemen! Ik zal eerst ingaan op de relevante gevallen.
Pensioen onder het nieuwe verdrag
Als een inwoner van Duitsland na 2016 in totaal meer dan bruto € 15.000 aan bedrijfspensioen, lijfrente, AOW, ANW, WAO, WW, WaJong, WIA, WAZO en vergelijkbare uitkeringen uit Nederland ontvangt, is het heffingsrecht hierover na 2016 mede toegewezen aan Nederland. Dit kan betekenen dat de belastingheffing meer dan aanzienlijk toeneemt! Pensioen is in Nederland namelijk belast tegen (maximaal) 52%, in Duitsland zou een vergelijkbare heffing van soms nog geen 3% gelden.
Overheidspensioen blijft ter heffing toegewezen aan het bronland, hierin vindt geen wijziging plaats. Deze uitkering hoeft niet meegenomen te worden bij de bepaling van de € 15.000 grens.
Wat nu te doen voor 2017?
Zoals genoemd kan het nieuwe verdrag voor sommige belastingplichtigen erg nadelig uitpakken, het netto inkomen kan aanzienlijk dalen. Wat is daar nog aan te doen?
De Nederlandse wetgever heeft ingezien dat het nieuwe verdrag in bepaalde gevallen erg nadelig uitpakt voor belastingplichtigen. Daarom kan onder voorwaarden gedurende 5 jaar na 2016 op verzoek gebruik gemaakt worden van aanvullend overgangsrecht. De belastingheffing is in 2017 maximaal 10% en in het laatste jaar van het aanvullend overgangsrecht (2021) maximaal 30%. Hoewel dit een zwaardere heffing tot gevolg heeft dan het geval was voordat het nieuwe verdrag in werking is getreden, kan dit nog een pleister op de wond zijn en in genoemde jaren toch nog een behoorlijke verlaging van de belasting tot gevolg hebben.
Relevant is dus om te beoordelen of aan de voorwaarden van het overgangsrecht wordt voldaan en alsdan te verzoeken om de lagere belasting.
NB: in bepaalde gevallen is invloed mogelijk op de hoogte van de uitkeringen en kan de heffing aldus mogelijk fiscaal slim worden gestuurd.
Concreet
Beoordeel of gebruik gemaakt kan worden van het lagere tarief in de jaren 2017 tot en met 2021. De uitkeringsinstantie zal de reguliere loonheffing inhouden. Vraag daarom een voorlopige teruggave aan en doe aangifte om de lagere heffing te kunnen effectueren.
Voor meer informatie of bij vragen kunt u contact opnemen met:
drs. R.W.M. te Kaat
0314 – 36 91 11
06 – 11 27 44 85
r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl