Dien uw suppletie-aangifte BTW in vóór 1 april 2017!
Na afloop van het boekjaar of bij het samenstellen van de jaarstukken blijkt in veel gevallen dat u over dat jaar te weinig of te veel BTW heeft afgedragen. De manier waarop u dit corrigeert is afhankelijk van het te corrigeren BTW-bedrag. In veel gevallen moet u een suppletie-aangifte indienen. Door de suppletie-aangifte over 2016 vóór 1 april 2017 in te dienen voorkomt u belastingrente. Ook een boete wordt zo in veel gevallen voorkomen.
Bedraagt de correctie die u moet maken minder dan € 1.000, dan is een suppletie-aangifte niet nodig. Deze correctie kunt u in de aangifte over het eerstvolgende tijdvak verwerken. Bij hogere bedragen dient u zo spoedig mogelijk een suppletie-aangifte in te dienen. U kunt dit digitaal doen of door middel van een suppletie-aangifte op papier. U voorkomt belastingrente indien u de suppletie-aangifte over 2016 vóór 1 april 2017 indient. Doet u dit niet en blijkt achteraf een correctie nodig te zijn, dan bent u over dit bedrag vanaf 1 januari 2017 4% belastingrente verschuldigd.
Ook al is sprake van vrijwillige verbetering, bij een suppletie-aangifte kan de inspecteur u alsnog een boete van maximaal € 5.278 opleggen. De inspecteur legt u geen boete op als het te betalen BTW bedrag:
- niet meer bedraagt dan € 20.000; of
- niet meer dan 10% bedraagt van de over 2016 reeds betaalde BTW.
Voldoet u niet aan één van deze voorwaarden dan kan de inspecteur een boete opleggen van 5% van het gesuppleerde bedrag met een maximum van € 5.278.