Het in 2016 in werking getreden belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland heeft vooral de gemoederen van de in Duitsland woonachtige pensionado’s behoorlijk doen verhitten. Het pensioen dat afkomstig was uit Nederland, werd tot die tijd conform het dan geldende belastingverdrag belast in Duitsland, maar met het nieuwe verdrag wordt het belast in Nederland.
Voordelen verdrag
In het nieuwe verdrag worden deze pensioenen in vrijwel alle gevallen belast in Nederland. Omdat Nederland veel hogere tarieven hanteert dan Duitsland, scheelde dat deze mensen enorm veel netto-inkomen. Toch heeft dit nieuwe verdrag sommigen ook flinke voordelen opgeleverd.
Niet makkelijk
Zo stapte laatst een gepensioneerde, in Duitsland woonachtige man ons kantoor binnen met de vraag of wij zijn aangifte inkomstenbelasting wilden verzorgen. Want sinds de inwerkingtreding van het verdrag en de nieuwe regeling van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht lukte het hem niet meer om de aangifte zelf te doen. Begrijpelijk, want het is er inderdaad niet makkelijker op geworden. De slogan van de Belastingdienst: ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!’, is op deze gevallen absoluut niet van toepassing.
Geen uitsplitsing
Hij vertelde dat hij erg lang gewerkt had bij de gemeente Den Haag en later bij het geprivatiseerde Eneco. Zijn pensioen was door de Gemeente Den Haag ondergebracht bij een grote verzekeraar. Dat was door Eneco ook gewoon voortgezet. Een uitsplitsing van het opgebouwde pensioen tijdens de dienstbetrekking bij de gemeente en bij Eneco van in totaal €80.000 is nooit gemaakt.
Bladerend door zijn oude aangiften inkomstenbelasting viel me dan ook op dat hij het hele pensioen van €80.000 in zijn aangifte had opgegeven. Op dat hele pensioen was loonheffing ingehouden. Zijn aangifte kwam ieder jaar om en nabij de nul uit.
Bezwaar
Omdat het niet in overheidsdienst opgebouwde pensioen tot en met 2015 (en bij keuze voor het overgangsjaar zelfs tot en met 2016) niet in Nederland, maar in Duitsland belast hoort te worden, hebben we voor de jaren 2011 en verder bezwaar gemaakt tegen de al ingediende aangiften. Het pensioen is, in overleg met de Belastingdienst, verdeeld in een deel dat is opgebouwd tijdens zijn dienstverband bij de gemeente Den Haag (te weten €50.000) en een deel dat is opgebouwd bij Eneco (€30.000). Het bij Eneco opgebouwde deel is in deze aangiften niet opgenomen maar alsnog in Duitsland aangegeven. Dat leverde in dit geval zo’n €10.000 netto per jaar op!
Conclusie
Conclusie: vertrouw er niet op dat de pensioenuitkerende instantie de juiste loonheffing inhoudt. Maak indien mogelijk alsnog bezwaar tegen de aanslagen van de afgelopen jaren, dat kan tot nog maximaal vijf jaar terug!