Beleggen in privé of in de bv?
Wanneer uw bv winstgevend is en er voldoende overtollige liquide middelen aanwezig zijn, zou u met dit extra geld kunnen gaan beleggen. Naast vragen of u dit al dan niet wenst en waar u dan zoal in zou moeten beleggen, staat nog een belangrijke vraag centraal. Beleggen in privé of in de bv? Beide opties kennen andere fiscale gevolgen.
Beleggen in privé
Wilt u de overtollige liquide middelen in de bv gebruiken om te gaan beleggen in privé, dan zult u deze eerst aan uzelf moeten uitkeren. Dat gaat middels een dividenduitkering. Over deze dividenduitkering betaalt u het aanmerkelijkbelangtarief in box 2. Normaal gesproken is dit tarief 25%, maar in 2014 geldt een lager tarief van 22% voor zover het inkomen uit aanmerkelijk belang niet hoger is dan € 250.000 (bij fiscaal partnerschap: € 500.000). Over het meerdere is wel het normale 25%-tarief van toepassing. Met de resterende 78% (2014) dan wel 75%, oftewel het nettodividend, kunt u vervolgens in privé gaan beleggen.
Let op!
Keer nooit zomaar dividend aan uzelf uit. Er is namelijk een aantal zaken waar u rekening mee moet houden, zoals een uitkeringstoets die vooraf moet plaatsvinden.
De waarde van uw beleggingen moet u aangeven in box 3. Jaarlijks bent u dus ook nog 1,2% vermogensrendementsheffing verschuldigd, voor zover uw vermogen uitkomt boven het in deze box geldende heffingsvrije vermogen. Belegt u in zogeheten groene beleggingen, dan geldt in box 3 een extra vrijstelling en heeft u recht op een extra heffingskorting.
Beleggen in de bv
Belegt u in de bv, dan heeft u in eerste instantie niets te maken met het aanmerkelijkbelangtarief. Het geld blijft immers in de bv. U houdt dus meer over om te beleggen. Daar staat tegenover dat de bv wel jaarlijks vennootschapsbelasting verschuldigd is over de behaalde rendementen met de beleggingen. Bovendien is ook nog sprake van een latente aanmerkelijkbelangclaim van 25%. Beleggingsverliezen zijn in de bv in principe aftrekbaar.
Omslagpunt
Zo op het eerste gezicht lijkt beleggen in de bv voordeliger. Toch is dat niet altijd het geval. Hoe hoger het rendement, hoe aantrekkelijker beleggen in privé wordt. In box 3 geldt namelijk een fictief rendement, terwijl in de bv het daadwerkelijke rendement belast wordt. Bij lage of negatieve rendementen is beleggen in de bv gunstiger, omdat verliezen op beleggingen in de vennootschapsbelasting normaal gesproken fiscaal aftrekbaar zijn.
Lenen van de bv
Dan is er nog een derde optie en dat is lenen van de bv om met dit geld vervolgens in privé te gaan beleggen. Het aanmerkelijkbelangtarief speelt dan niet. Zorg er wel voor dat u leent tegen zakelijke condities! De rente op de lening die u moet betalen aan de bv is bij u niet aftrekbaar en bij de bv wel belast in de vennootschapsbelasting. De schuld die u heeft op uw bv valt – net als de waarde van de beleggingen – voor u in box 3. Of dit een aantrekkelijke optie is, hangt wederom voor een deel af van het rendement. Alleen als het rendement op de beleggingen hoger is dan de rente die u moet betalen aan de bv, kan deze keuze voordelig zijn.