Belastingplan 2021: beperking van de liquidatieverliesregeling
In Nederland kennen we de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting. De winst die een Nederlandse vennootschap ontvangt van een dochtervennootschap waarin zij een deelneming heeft, is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. De opbrengst bij verkoop van het belang in een deelneming of bijvoorbeeld dividend vanuit de deelneming is niet belast.
Verliezen zijn daarentegen niet aftrekbaar. Een liquidatieverlies vormt hierop een uitzondering. In het belastingplan 2021 zijn beperkingen van de aftrek van een liquidatieverlies voorgesteld. Daarop zal ik hierna ingaan.
Liquidatieverlies
Het opgeofferd bedrag voor een belang van ten minste 5% in een BV of NV, is de investering die is gedaan om het belang te verwerven. Dit opgeofferd bedrag kan als liquidatieverlies bij de moedermaatschappij in aftrek worden gebracht in de vennootschapsbelasting, als de dochtermaatschappij wordt ontbonden of failliet gaat. Deze regeling vormt dus een inbreuk op de deelnemingsvrijstelling. Gedachte achter de regeling is een tegemoetkoming te geven voor het definitief verloren gaan van de niet verrekende verliezen van de dochter.
Een Nederlandse BV koopt een 100% belang in een andere BV voor € 100.000. Helaas blijkt de gekochte BV verliesgevend. Uiteindelijk wordt besloten de BV te liquideren. De moeder BV krijgt geen uitkering vanuit de liquidatie. In het jaar waarin de liquidatie is voltooid, kan de Nederlandse moeder BV een bedrag ad € 100.000 als liquidatieverlies in haar aangifte vennootschapsbelasting in aftrek brengen.
Voorgestelde wijziging van de regeling
De Nederlandse belastinggrondslag kan met name door grote internationale concerns worden uitgehold door de mogelijkheid een liquidatieverlies in aftrek te brengen op deelnemingen waar ook ter wereld. Dit in combinatie met de mogelijkheid de aftrekpost naar een gewenst moment te plannen. Dit wordt door de wetgever onwenselijk geacht.
Er zijn drie maatregelen voorgesteld die de liquidatieverliesregeling vanaf 2021 beperken.
Als eerste is een beperking voorgesteld van de aftrek van een liquidatieverlies van dochtervennootschappen waarin geen beslissende zeggenschap is. Dat is doorgaans het geval bij een belang van minder dan of gelijk aan 50%.
Ten tweede is de aftrek beperkt tot liquidatieverliezen die zien op dochtervennootschappen die in de EU / EER zijn gevestigd.
Liquidatieverliezen tot vijf miljoen worden in beide voorgestelde beperkingen echter niet beperkt.
Ten derde wordt het moment van het liquidatieverlies beperkt. Het liquidatieverlies komt alleen voor aftrek in aanmerking als de vereffening is voltooid binnen drie jaar na het jaar waarop de ontbonden onderneming (nagenoeg geheel) is gestaakt danwel, indien dat eerder is, het besluit daartoe is genomen. Buiten deze driejaarsperiode geldt wel een tegenbewijsregeling als de vereffening vanwege zakelijke redenen een langere tijd in beslag neemt. Deze beperking kent geen minimumbedrag van vijf miljoen.
De laatste beperking kent overgangsrecht. Wanneer voor 1 januari 2021 de onderneming is gestaakt of daartoe is besloten, kan een liquidatieverlies in aanmerking worden genomen als uiterlijk op 31 december 2023 de vereffening is voltooid.
Gewenste actie
Ingeval sprake is van een belang in een vennootschap die is gelegen buiten de EU / EER of als sprake is van een participatie van 50% of minder èn daarnaast in beide gevallen het liquidatieverlies meer dan vijf miljoen bedraagt, is het dit jaar te overwegen de vennootschap te liquideren als daartoe aanleiding is. Dan kan het liquidatieverlies nog als last in de vennootschapsbelastingaangifte 2020 worden meegenomen.
Als er sprake is van een doorslaggevend belang in een vennootschap binnen de EU / EER met een opgeofferd bedrag van minder dan vijf miljoen waarvan de activiteiten feitelijk al gestaakt zijn, is liquidatie voor 31 december 2023 ook een actiepunt. Met de eveneens vanaf 2021 voorgestelde onbeperkte voorwaartse verrekening van verliezen in de vennootschapsbelasting is het argument voor deze gevallen om de liquidatie te “plannen” overigens minder relevant. Wel dient daarbij de kanttekening te worden gemaakt dat jaarlijks maximaal één miljoen winst kan worden verrekend met te verrekenen verliezen. Bij een hogere winst kunnen te verrekenen verliezen voor maximaal 50% in aanmerking worden genomen.
Slotopmerking
Hoewel voorgesteld is de liquidatieverliesregeling te beperken, blijft deze ook na 2020 natuurlijk in veel gevallen nog steeds interessant om toe te passen.
Hierboven heb ik een aantal fiscale aspecten van de liquidatieverliesregeling besproken en de voorgestelde wijzigingen zoals deze thans in oktober 2020 bekend zijn. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat het nog om een wetsvoorstel gaat! De beschrijving is uitsluitend signalerend en niet uitputtend bedoeld.
Voor meer informatie of bij vragen kunt u contact opnemen met:
drs. R.W.M. te Kaat
0314-369111
06 – 11274485
r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl