Recht op huur- of zorgtoeslag of kindgebonden budget in 2019?
De huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget kennen een vermogenstoets. Of er recht bestaat op een dergelijke toeslag, is daarmee niet alleen afhankelijk van het inkomen maar ook van het vermogen van de toeslaggerechtigde, de eventuele toeslagpartner en de eventuele minderjarige kinderen waarover gezag wordt uitgeoefend. Bij de huurtoeslag telt tevens het vermogen van een medebewoner mee.
Toetsvermogen
Indien het vermogen in het toeslagjaar hoger is dan het toetsvermogen, vervalt het gehele recht op de betreffende toeslag. Dit wordt gepeild op 1 januari van ieder jaar, net zoals box 3. De toetsvermogens voor 2019 zijn onlangs bekendgemaakt. Dat is van belang, omdat het vermogen in box 3 op 1 januari aanstaande beslissend is. Het vermogen in box 3 – bijvoorbeeld spaargeld en aandelen – is in principe bepalend voor uw toeslagen.
Huurtoeslag
Voor de huurtoeslag is het toetsvermogen gelijk aan het heffingsvrij vermogen van box 3. In 2019 bedraagt dat € 30.360 per persoon, en aldus € 60.7200 voor toeslagpartners.
Kindgebonden budget en zorgtoeslag
Voor het kindgebonden budget en de zorgtoeslag geldt bovenop het heffingsvrij vermogen in box 3 nog een extra drempel van € 84.416. Het toetsvermogen komt daarmee op € 114.776 voor een alleenstaande en € 145.136 voor toeslagpartners.
Oplossing
Om het recht op toeslagen voor 2019 niet te verspelen, moet u rekening houden met het vermogen per 1 januari 2019. Indien dit vermogen te hoog is, moet voor het einde van 2018 actie worden ondernomen. Mogelijke oplossingen zijn het schenken van vermogen, het tijdig betalen van belastingschulden en inbrengen in een bv.
Let op! Om de omvang van het vermogen voor de toeslagen te bepalen, kan in beginsel worden aangesloten bij het box 3-vermogen uit de aangifte inkomstenbelasting. Echter, zogenaamde groene beleggingen zijn vrijgesteld in box 3 – in 2018 tot maximaal € 57.845 per partner – maar tellen wel mee voor de vermogenstoets van de toeslagen!
Er is ook een aantal vermogensbestanddelen dat wel in box 3 meetelt, maar voor de vermogenstoets van de toeslagen buiten beschouwing mag worden gelaten. Hiervoor moet wel jaarlijks een verzoek worden gedaan. Voorbeelden zijn:
- ontvangen smartengeld en immateriële schadevergoedingen,
- vermogen van pleegkinderen,
- vermogen van minderjarige kinderen waar de toeslaggerechtigde niet aan kan komen,
- en diverse uitkeringen aan slachtoffers van oorlog en andere rampen.
U vindt de volledige lijst op www.belastingdienst.nl en de zoekterm ‘Ik heb bijzonder vermogen’.