Samen een bedrijf. Beiden recht op zelfstandigenaftrek?
Als echtgenoten of partners met elkaar een maatschap of vof aangaan, zijn zij beiden fiscaal ondernemer. Bij medici heeft één van beiden meestal geen recht op ondernemersfaciliteiten omdat een van de twee veelal niet-medische activiteiten verricht.
Maatschap of vof fiscaal interessant
Een maatschap of vof tussen echtgenoten is fiscaal interessant omdat de winst dan verdeeld wordt over de partners. Dit levert een lagere belastingdruk op. Extra aantrekkelijk wordt het als beiden ook recht hebben op ondernemersfaciliteiten. Denk daarbij onder meer aan de zelfstandigenaftrek en oudedagsreserve.
Ondersteunende werkzaamheden
Voor het recht op een aantal faciliteiten is vereist dat meer dan 1.225 uur per jaar in de onderneming wordt gewerkt én dat een van beide partners niet meer dan 70% ondersteunende werkzaamheden verricht. Dit laatste is alleen anders als een dergelijk samenwerkingsverband tussen onafhankelijke derden gebruikelijk is. Deze situatie doet zich echter niet vaak voor; denk aan de situatie dat een tandarts met een tandartsassistente in een maatschap gaat zonder dat zij elkaars partner zijn.
Wat zijn ondersteunende werkzaamheden?
Bij ondersteunende werkzaamheden denken we bijvoorbeeld aan het verzorgen van de administratie of het opnemen van de telefoon. Dit zijn niet de hoofdtaken van een medicus.
Samenwerkingsverband tussen medici
Bij samenwerkingsverbanden tussen medici die ook elkaars partner zijn, wordt ook aan de fiscale eisen niet vaak voldaan. Vaak verricht een van de twee namelijk voornamelijk niet-medische activiteiten voor meer dan 70%. Hij of zij heeft dan dus geen recht op ondernemersfaciliteiten.
Let op! Een samenwerkingsverband waarbij beide echtgenoten of partners wel recht hebben op ondernemersfaciliteiten is wel mogelijk als beiden medicus zijn. Bijvoorbeeld twee gehuwde fysiotherapeuten of tandartsen, die beiden als zodanig werkzaam zijn.
Tip: taken verdelen of uitbesteden
Ook als beide echtelieden medicus zijn is het dus van belang dat één van beiden niet meer dan 70% ondersteunende werkzaamheden verricht. Verdeel deze taken onderling of besteed ze uit.