De vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) is vrijwel altijd voordelig!
De vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) wordt steeds populairder. Daarom kiezen steeds meer DGA’s voor de VBI. Hiermee voorkomen zij, dat het rendement van de B.V. jaarlijks wordt afgeroomd met 20% tot 25% vennootschapsbelasting.
De VBI is ook erg interessant voor particulieren die een aanzienlijk box 3-vermogen bezitten. Door gebruik te maken van een VBI kunnen zij met een zorgvuldige planning hun belastbare box 3-vermogen terugbrengen tot nihil!
Wat is een VBI?
Een vennootschap krijgt de VBI-status op verzoek. Het rendement op de beleggingen is dan niet langer belast met vennootschapsbelasting. Eigenaren van een VBI moeten jaarlijks een forfaitair inkomen van ten minste 4% van de waarde van de aandelen in hun aangifte vermelden. Hierop is het inkomstenbelastingtarief in box 2 (22% of 25% in 2014) van toepassing.
Voorwaarden voor het krijgen van de VBI-status zijn:
- De vennootschap is een naamloze vennootschap (N.V.) of een fonds voor gemene rekening;
- Het doel is beleggen in financiële instrumenten;
- Het moet gaan om collectief beleggen (meerdere aandeelhouders);
- Een VBI moet een “open end” karakter hebben (participaties moeten ingekocht kunnen worden).
Om in aanmerking te komen voor de VBI status mag een vennootschap geen onderneming (meer) drijven en geen geldleningen aan de DGA verstrekken. Rechtstreeks investeren in onroerend goed en/of pensioen- of lijfrenteovereenkomsten uitvoeren is ook niet toegestaan.
Een VBI is vooral interessant als er ná de verkoop van een onderneming of een dochtermaatschappij een (besloten) vennootschap met liquide vermogen overblijft. Ook kan het heel voordelig zijn box 3-beleggingsvermogen in te brengen in een VBI. U voorkomt daarmee de box-3 heffing!
De opzet van een VBI
Stolwijk Kelderman organiseert het hele traject voor de opzet van een VBI. Dit doen wij in nauwe samenwerking met uw notaris en private banker. U hoeft de benodigde gegevens slechts eenmaal aan te leveren. Dit staat garant voor een efficiënte werkwijze waarmee u uw voordeel kunt doen.
Een tweetal voorbeelden:
Voorbeeld 1: afsplitsing van beleggingsvermogen van een belaste B.V. naar een VBI
Een DGA heeft zijn onderneming verkocht. De opbrengst van de verkoop van de aandelen van een dochter-B.V. was € 3.000.000. Dat bedrag heeft hij liquide op een bankrekening staan binnen zijn holding-B.V. Naast deze beleggingen bezit de holding het aan de opvolger verhuurde bedrijfspand ter waarde van € 2.000.000. De holding heeft een pensioenverplichting voor het pensioen van de DGA op de balans staan van € 1.000.000.
De balans van de B.V. ziet er hiermee als volgt uit:
Naar privé halen van de liquide middelen door middel van een dividenduitkering is geen optie. Die uitkering kost 25% (in 2014 bedraagt dit tarief tijdelijk 22% over de eerste € 250.000) inkomstenbelasting, zodat er van de liquide middelen netto maar € 2.250.000 (75%) overblijft.
Het is in deze situatie mogelijk een VBI te benutten. Eén van de voorwaarden voor de VBI is dat er meerdere aandeelhouders zijn. Het is mogelijk om bijvoorbeeld de niet in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenote of één of meer kinderen mee te laten doen.
Het bedrijfspand dat op dit moment in de B.V. zit mag geen deel uitmaken van het vermogen van een VBI. Om deze reden worden de aanwezige liquide middelen juridisch afgesplitst naar een nieuwe naamloze vennootschap. Na die splitsing zien de cijfers van de B.V. en de N.V. er als volgt uit:
Balans B.V. ná afsplitsing
Balans N.V. (VBI) ná afsplitsing
De liquide middelen binnen de VBI worden vervolgens belegd. Bij wijze van voorbeeld gaan wij uit van een bruto rendement op de beleggingen van gemiddeld 4% per jaar, dus jaarlijks € 120.000. In het overzicht hieronder vergelijken wij het rendement van de VBI met:
- Beleggen in een belaste B.V.
- Beleggen in privé na uitkering van de liquide middelen als dividend.
De VBI leidt in vergelijking met de regulier belaste B.V. tot een jaarlijks voordeel van bijna € 20.000. De keuze voor een VBI is dan ook snel gemaakt! De kosten voor de oprichting en instandhouding van een VBI zijn relatief beperkt.
Voorbeeld 2: inbreng van box 3-vermogen in een VBI
Het tweede voorbeeld betreft een vermogende particulier met een vermogen in box III van
€ 1.000.000. Het jaarlijkse rendement op dit vermogen bedraagt € 20.000 (2%). De jaarlijkse inkomstenbelastingheffing in box 3 bedraagt € 12.000 (1,2% van het vermogen).
Deze heffing is te voorkomen door het vermogen van € 1.000.000 in te brengen in een VBI. De financiële uitwerking is dan als volgt:
Het verschil in belastingdruk bedraagt in deze situatie 48,5%, waardoor het nettorendement in de VBI-situatie € 9.500 per jaar hoger is.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Stolwijk Kelderman accountants fiscalisten
mr. H.J. Schut
0314-369111
h.schut@stolwijkkelderman.nl
Disclaimer
Dit memorandum bevat algemene informatie over de VBI en is gebaseerd op de actuele wet- en regelgeving. Neem altijd van tevoren contact op met een deskundige. Stolwijk Kelderman accountants fiscalisten is niet aansprakelijk voor handelen of nalaten naar aanleiding van dit memorandum.