Zzp’er en grensoverschrijdend werken: let op de grenzen!
Het komt in de grensregio met Duitsland en België veelvuldig voor dat een zzp’er wordt gevraagd voor een klus in het buitenland. Leidt dit tot belastingplicht in het buitenland? Uitgangspunt is dat er sprake is van een ‘echte’ zelfstandige.
Er ontstaat voor de zzp’er pas belastingplicht in het buitenland als hij daar over een vaste inrichting beschikt. Dit dient continue getoetst te worden. Er is geen vaste inrichting als een onderneming een locatie slechts gebruikt voor opslag, uitstalling, of aflevering van goederen. Bij een zzp’er zal er niet snel sprake zijn van een daadwerkelijke vaste inrichting.
Wel kan het uitvoeren van werken (een project) in het buitenland tot een fictieve vaste inrichting leiden. Hiervan is conform het OESO-modelverdrag sprake als de activiteiten 12 maanden of langer duren. Veel verdragen kennen een termijn voor het uitvoeren van werken die afwijkt van deze 12-maandstermijn, bijvoorbeeld zes maanden, 183 dagen of negen maanden. De zzp’er die in het buitenland werkt moet dus altijd het belastingverdrag met het werkland erop na slaan.
Gevolg van een vaste inrichting
In geval van een vaste inrichting mag het buitenland inkomstenbelasting heffen over de daaraan toerekenbare winst van de zzp’er. In Nederland moet de zzp’er zijn buitenlandse winst ook aangeven. Nederland verleent vervolgens een aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Hoewel de situatie in geval van een vaste inrichting complexer wordt, hoeft dit zeker niet nadeliger te zijn. Als de zzp’er in twee landen werkt kan hij immers in beide landen gebruik maken van de laagste tariefschijven, mogelijke vrijstellingen en aftrekposten.
Sociale zekerheid
Een zzp’er die in het buitenland werkt is uitsluitend sociaal verzekerd in Nederland als hij een substantieel deel (minimaal 25%) van de werkzaamheden in Nederland blijft verrichten. Verricht de zzp’er meer dan 75% van zijn werkzaamheden in het buitenland dan kan er daar verzekeringsplicht ontstaan. De omzet en het inkomen en/of de arbeidstijd zijn hierbij relevant.
Het gevolg van buitenlandse sociale zekerheid is groot. De Nederlandse AOW-opbouw stopt, er is geen recht meer op toeslagen, er is sprake van een buitenlandse zorgverzekering etc.
Grenzen
Hiervoor ging ik met name in op de fiscale aspecten, waarbij btw-aspecten nog niet eens aan de orde zijn gekomen. Onder andere ook vestigingseisen, vergunningen, inschrijvingsformaliteiten, aansprakelijkheidsaspecten, het al dan niet moeten hebben van diploma’s, bouwvoorschriften, algemene voorwaarden en leveringsvoorwaarden kunnen een knelpunt vormen. Ik concludeer dan ook dat het voor een zzp’er niet eenvoudig is om over de grens te gaan werken en zou het wenselijk vinden als vanuit de overheid bij voorkeur vanuit één loket goede ondersteuning wordt verleend om de grenzen zoveel mogelijk te slechten.
Voor meer informatie of bij vragen kunt u contact opnemen met:
drs. R.W.M. te Kaat
0314 – 36 91 11
06 – 11 27 44 85
r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl